![]() | |
Anno 1843: Statistiek Tableau, Polder nº. 44-48 | |
Afwatering op de Dintel | |
Info Jan van den Noort 010-4366014 | |
![]() | |
Bronnen: | |
44. De Kooi- en Karolinapolder in gemeente Dinteloord (117,119 bunder) Zomerpeil: =A.P. Dijkhoogte: 4,40 dijklengte: 2630 Tijd van bedijking: Volgens Ketelaar 1756, volgens Bestebroer 1755; in 1781 tot kade verminderd, in 1823 weder kapitaal bedijkt Middelen van uitwatering: Eene steenen sluis aan den noordoosthoek des Polders, wijd 2.17 hoog 1.73, voorzien van eene vloeddeur en schuif. Waarop uitwaterende: Op den mond der rivier de Dintel. Soort van grond: Matige klei Bestuur: Eigen Geërfden Aanmerkingen: Deze Polder, welke zeer kostbare rijs- en steenwerken tegen de Krammer te onderhouden heeft, ontleend deszelfs naam gedeeltelijk van Karolina, Prinses van Weilburg, en gedeeltelijk van eene aldaar bestaan hebbende Eendekooi. De stormvloed van 4 Februarij 1825, welke alhier tot 3.65 + A.P. klom, heeft de dijken van dezen Polder overstroomd en sterk beschadigd. In 1831, is eene oude Batterij bij het huis op den noordoosthoek des Polders weder opgemaakt geworden. terug naar de kaart anno 1995 45. De Dintelpolder in gemeente Dinteloord (190,163 bunder) Zomerpeil: -0,20 Dijkhoogte: 5,15 dijklengte: 60, buiten de sluizen van Dintel Tijd van bedijking: 1707 of 1708 Middelen van uitwatering: Eene steenen sluis aan de noordoostzijde, wijd 1.36 hoog 1.26, voorzien van eene deur en schuif. Waarop uitwaterende: Op de afgesloten rivier de Dintel. Soort van grond: Matige klei. Bestuur: Dijkgraaf (1) Gezworen (1) Secretaris Penningmeester (1) Aanmerkingen: De schotbare grootte van dezen Polder bedraagt 192 Bunders, 45 Roeden, 63 Ellen. Aan den noordoosthoek van dezen Polder, is de rivier de Dintel in 1808 afgesloten door eene sluis, welke den 8 Februarij 1810 weder is bezweken, in 1828 is die rivier daar ter plaatse op nieuw met twee sluizen afgesloten. In de kosten dezer herdigting is den onderhavigen Polder aangeslagen op f 0 - 60 per gemet, (0 B. 42 R. 58 Ell.) 's jaars, gedurende 15 jaren; de buitendijken betalen f 0 - 92 per gemet 's jaars; de uitgeveende en onder water blijvende gronden onder Etten, de Hoeven, de Haagsche Beemden en elders, te zamen geschat op 500 gemeten, (212 B. 89 R. 41 Ell.) moeten, even als de binnendijken, in de herdigtingskosten f 0 - 42 1/2 per gemet (0 B. 42 R. 58 Ell.) betalen. Aan de zuidoostzijde van dezen Polder, tegen de haven van Dinteloord, ligt het in 1770 door het Domein bekade Torenpoldertje, groot met de kaden 7 Bunders, 18 Roeden, 30 Ellen. Aan de noordwestzijde van dezen Polder viel den 15 Januarij 1808 eene dijkbreuk, en op den 24 Februarij 1837 brak de Polder aan dezelfde zijde in; er ontstond een grondgat wijd bijna 50 Ellen, en ter diepte van bijna 14 Ellen onder de dijkskruin. Op den 15 Mei 1837 was de laatstgemelde breuk weder gedigt. terug naar de kaart anno 1995 46. De Willemspolder in gemeente Dinteloord (209,576 bunder) Zomerpeil: -0,75 Tijd van bedijking: 1649 Middelen van uitwatering: Eene steenen sluis aan het boveneinde des Polders, wijd 1.46 hoog 1.31, voorzien van eene deur en vroeger ook van eene schuif. Waarop uitwaterende: Op de afgesloten rivier de Dintel. Soort van grond: Goede klei Bestuur: De eigen Geërfden Aanmerkingen: De schotbare grootte van dezen Polder bedraagt 214 Bunders, 33 Roeden, 75 Ellen. In de kosten der herdigting van de rivier de Mark en Dintel, (zie nº. 45) is deze Polder aangeslagen op f 0 - 60 per gemet (0 B. 42 R. 58 Ell.) 's jaars, gedurende 15 jaren; vóór de herdigting werd deze Polder 's winters soms tot gelijk A.P. met water belast. Aan de zuidwestzijde bevindt zich in denzelven de spuiboezem en sluis, weleer gediend hebbende tot diep houden der haven van Dinteloord en thans uitsluitend gebezigd tot uitwatering van den hierna gemelden Polder nº. 48 [De Oude Prinslandsche Polder]. De onderhavige Polder is genaamd naar Prins Willem den Tweeden. Van het ten noorden des Willemspolders gelegene, in 1790 bekade Oranjepoldertje, groot 8 Bunders, 32 Roeden, 80 Ellen, is de kade thans geslecht. terug naar de kaart anno 1995 47. Oud en Nieuw Beaumont in gemeente Dinteloord (84,493 bunder met de kaden) Zomerpeil: -0,26 Tijd van bedijking: 1775 Middelen van uitwatering: Een houten sluisje wijd 1.12 hoog 0.90 voorzien van eene drijfdeur en schuif. Waarop uitwaterende: Op de rivier de Dintel Soort van grond: Meest goed wei- en hooiland, ook een gedeelte bebouwd Bestuur: De Eigenaren Aanmerkingen: In de kosten der herdigting van de rivier de Mark en Dintel, (zie nº. 45) is deze Polder voorlopig aangeslagen op f 2 - 23 1/2 per gemet (0 B. 42 R. 58 Ell.) 's jaars, gedurende 15 jaren. In 1793 bestond er een ontwerp, tot het leggen eener inundatie-sluis in de gorzen buiten dezen Polder; de put voor dit werk, toen reeds gegraven, is thans nog zigtbaar. terug naar de kaart anno 1995 48. De Oude Prinslandsche Polder in gemeente Dinteloord (1967,6958 bunder) in Gastel (40,694 bunder) Zomerpeil: -0,50 Tijd van bedijking: 1605 Middelen van uitwatering: Drie steenen sluizen, de bovenste de Priemesluis geheeten, is wijd 1.47 en hoog 1.47, voorzien van eene deur en schuif; de tweede tegen de haven gelegen en weleer mede tot spuisluis gediend hebbende, is wijd 1.78 en hoog 1.70, en voorzien als boven; de derde of zoogenaamde Torensluis, mede op de haven gelegen is wijd 1.93 hoog 1.38, en voorzien als voren. Waarop uitwaterende: Op de rivier de Dintel Soort van grond: Gedeeltelijk zware klei en gedeeltelijk zavelige aarde Bestuur: Dijkgraaf (1) Gezworen (3) Secretaris Penningmeester (1) Aanmerkingen: De schotbare grootte van dezen Polder bedraagt 1953 Bunders, 69 Roeden, 67 Ellen. In de herdigtings-kosten van de rivier de Mark en Dintel, (zie nº. 45) is deze Polder aangeslagen op f 0 - 60 per gemet (0 B. 42 R. 58 Ell.) 's jaars, gedurende 15 jaren. Vóór de herdigting werd deze Polder, 's winters, soms tot gelijk A.P. met water belast. In vroeger jaren heeft deze Polder ook nog eene uitwateringsluis op den Roosendaalschen en Steenbergschen Vliet gehad, welke in 1790 in den Zuiddijk boven het Oude Veer, is ontdekt geworden; aan de zuidoostzijde dezes Polders vindt men nog de watering , genaamd het Kostverloren Diep, welke, vóór de bedijking, eene communicatie tusschen de rivieren de Dintel en den Vliet daarstelde; de strook lands, groot 40 Bunders, 87 Roeden, 1 El, gelegen tusschen dit gat en den zuidoostelijken dijk van dezen Polder, (eigenlijk den dijk van Gastelspolder) behoort onder de gemeente Gastel. De groote weg der 2de klasse nº. 1, strekt door dezen Polder, gelijk zich in denzelven bevindt het dorp Dinteloord, welks haven, met de kaaimuren, rijswerken, spuisluis en boezem, vóór de herdigting der Dintel, door het Domein werd onderhouden, hetwelk daarvoor uit 's polders kas f 500 - » genoot; thans is deze haven tot 2 Ellen onder A.P. uitgediept, en wordt, volgens conventie van 1829, door den Polder onderhouden. Aan de zuidzijde des Polders, tegen den Roosendaalschen Vliet, zijn nog gelegen de volgende Poldertjes: 1º. De Botenpolder, groot 13 Bunders, 94 roeden, 90 Elllen, bekaad in 1764, 1794 en 1810; 2º. de Oostveerpolder, groot 15 Bunders, 24 Roeden, 60 Elllen, bekaad in 1790; en 3º. de Westveerpolder, groot 58 Bunders, 28 Roeden, 60 ellen, mede in 1790 bekaad; en aan de noordzijde des Polders, beneden Stoutersgat, ligt het Poldertje van Van Disch, groot 10 Bunders, 62 roeden, 10 ellen. De kaden van alle deze Polders zijn echter thans geslecht en bebouwd. In 1709 ontstond er, aan de zijde der rivier de Dintel, een dijkbreuk in dezen Polder, te weten tusschen de aansluiting van Willemspolder en Stoutersgat; de toen veroorzaakte kolk binnen dijks, wordt het Stormwieltje genoemd. terug naar de kaart anno 1995 | |
terug naar de kaart anno 1843 | |