Dankzij de openbare verlichting was het 's nachts een stuk veiliger op straat en verdween de klapwaker uit het straatbeeld. Klapwakers deden hun nachtelijke ronde om de Rotterdamse wijken te vrijwaren van 'dief of brant of avontueren, die gij met schade kond besueren'. Rond oud en nieuw wezen de klapwakers hun stadsgenoten met behulp van wenskaarten op het belang van hun werk: 'Gedenk dan met u mildigheyt dat gy u in mijn plicht verblijd, Op dat een dankbaer hert betoonen en met mijn naerstigheyt beloonen'. Bij de introductie van de openbare verlichting is die gewoonte overgenomen door de lantaarnontstekers. Op de foto een nieuwjaarswens van de klapwakers 'Ter ingang des Jaers' 1725. (Wenskaart klapwakers, 1725, GAR, Bibliotheek) |
|